Beperking duur
partneralimentatie (een tussenstand)
Tijden veranderen.
Tot 1 juli 1994 was er geen wettelijke beperking in de duur
van partneralimentatie. Op 1 juli 1994 werd met de invoering van de Wet
Limitering Alimentatie in artikel 1:157 BW de partneralimentatieduur beperkt
tot twaalf respectievelijk vijf jaar (bij korte huwelijken zonder kinderen). Bijna
twintig jaar later, worden deze termijnen niet meer van deze tijd gevonden en in
juni 2012 zijn in de Haagse politiek twee initiatieven gelanceerd waarmee gehoor
werd geven aan de roep om de duur van partneralimentatie verder te beperken en
meer nadruk te leggen op de economische zelfstandigheid van partners in een
huwelijk of geregistreerd partnerschap.
Het eerste intiatief komt van Louis Bontes (PVV), die een
wetsontwerp indiende, waarin de alimentatieduur – ook voor bestaande gevallen –
van twaalf naar vijf jaar wordt teruggebracht en de rechter desgevraagd de berekening die
ten grondslag ligt aan een vast te stellen alimentatiebedrag ter beschikking
stelt aan partijen(Kamerstukken 33311).
De kamerleden Recourt (PvdA), Steur (VVD) en Berndsen (D66)
hebben tegelijkertijd een initiatiefnota
naar de Tweede Kamer gestuurd, waarmee zij niet alleen de wettelijke termijnen
willen beperken, maar ook de grondslag voor de betaling van partneralimentatie
willen wijzigen en tevens een eenvoudiger berekeningswijze willen
bewerkstelligen.
Zij onderscheiden voor de duur van partneralimentatie drie
situaties:
1 Geen kinderen:
Na een huwelijk dat korter dan 3 jaar heeft geduurd is er geen recht op
partneralimentatie, heeft het huwelijk langer geduurd, dan is de termijn
beperkt tot de helft van de huwelijksduur met een maximum van5 jaar.
2 Wel kinderen:
Partneralimentatie is mogelijk totdat het jongste kind 12 jaar is als de
zorg onevenredig is verdeeld of tot de helft van de huwelijksduur tot een
maximum van 5 jaar.
3
Heeft een huwelijk langer dan 15 jaar geduurd,
dan geldt eveneens een termijn van maximaal de helft van de duur van het
huwelijk, maar met een maximumtermijn van 10 jaar als de ontvangende partner
tijdens het huwelijk niet aan het arbeidsproces heeft deelgenomen.
Naast een wijziging in de duur wordt volgens dit initiatief
ook de grondslag voor partneralimentatie gewijzigd. Nu is het betalen van
partneralimentatie na het huwelijk gebaseerd op de doorlopende
lotsverbondenheid tussen partijen. In de initiatiefnota wordt compensatie van
het verlies aan verdiencapaciteit tijdens het huwelijk als grondslag genoemd.
Een eenvoudiger berekeningswijze ten slotte zou er toe
moeten leiden dat er minder beroep op de rechter hoeft te worden gedaan, omdat –
zo wordt verondersteld – begrip leidt tot acceptatie.
Tussenstand (juni
2013)
Op 27 mei 2013 heeft Bontes een groot aantal vragen van
Tweede-Kamerleden beantwoord. De gegeven antwoorden wekken de indruk dat hij
zich er (te) gemakkelijk van af maakt. Zo geeft hij als antwoord op vragen naar
de wenselijkheid van zowel een wijziging van de grondslag voor
partneralimentatie als de een vereenvoudigde berekening als antwoord dat dit
weliswaar het geval is, maar dat het “te ingrijpend” is om een en ander gelijktijdig met de verkorting van de
partneralimentatietermijn te regelen en verwijst hij meermalen naar de rechter
om knelpunten die mogelijk het gevolg zijn van deze wetgeving te beslechten.
Over de initiatiefnota van PvdA, VVD en D66 wordt, na een uitgebreide
consultatieronde bij de maatschappelijk betrokken organisaties, waaronder de
vFAS, thans intern overleg gevoerd tussen de verschillende partijen. Naar
verwachting zal het definitieve wetsvoorstel voor het zomerreces worden
gepresenteerd. Via dit blog wordt u daarvan op de hoogte gehouden.
Welke gevolgen heeft
dit voor mij?
Of en wanneer de wetsvoorstellen tot wetgeving zullen
leiden, is nu nog onduidelijk. Wel is de verwachting dat de termijn
uiteindelijk korter wordt dan de huidige (maximaal) 12 jaar.
De rechter is nu
nog gebonden aan de wettelijke termijn, hoewel daarin nu en dan een beperking vooraf
wordt toegekend (zie bijvoorbeeld HofArnhem-Leeuwarden d.d. 21 maart 2013 (LJN BZ8291): http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=BZ8291.
Voor degene die een beroep doet op een
kortere termijn dan de wettelijke 12 jaar geldt in elk geval een verzwaarde
bewijslast.
Als u, bijvoorbeeld in mediation, (nieuwe) afspraken maakt
over de partneralimentatie, is het raadzaam om er rekening mee te houden
dat de wettelijke regeling mogelijk op de helling gaat. Het staat u vrij om
onderling een afwijkende termijn of een afbouw overeen te komen. Die
contractsvrijheid blijft onder het nieuwe recht bestaan.
Mirjam van Baarle-Overes
Advocaat Scheidingsmediator
Collaborative Lawyer
Collaborative Lawyer
De Jonge Advocaten