Nieuwe kinderalimentatienormen
De Werkgroep Alimentatienormen, het overlegorgaan van de
rechterlijke macht dat sinds jaar en dag de normen publiceert voor de berekening
van alimentatie, heeft ten aanzien van de berekening van kinderalimentatie nieuwe
richtlijnen gepubliceerd die gelden met ingang van 1 april 2013.
De belangrijkste verandering is de invoering van een
draagkrachttabel waarmee vastgesteld kan worden hoeveel de ouders na een
scheiding kunnen bijdragen aan de kosten van de kinderen. Ook is nieuw dat de
zorgverdeling invloed kan hebben op de hoogte van de alimentatie.
Draagkracht
Aan de hand van de draagkrachttabel, die is gepubliceerd op http://www.rechtspraak.nl/procedures/landelijke-regelingen/sector-familie-en-jeugdrecht/pages/werkgroep-alimentatienormen.aspx, kan berekend worden
hoeveel de onderhoudsplichtige ouder op basis diens inkomen kan bijdragen ten
behoeve van de kinderen. De lasten voor bijvoorbeeld wonen en ziektekosten hoeven
daardoor niet meer zoals voorheen apart te worden gespecificeerd.
Nieuw is ook dat nu alle ouders verondersteld worden
bij te kunnen dragen aan de kosten van hun kinderen. Volgens de
draagkrachttabel geldt voor ouders met het
laagste inkomen, tot 1.250 euro netto per maand, een minimale bijdrage 25 euro
per maand bij één kind en een bijdrage van 50 euro per maand bij twee of meer
kinderen.
Zorgkorting voor de alimentatieplichtige
ouder
Tot 1 april 2013 werd voor iedere dag verblijf bij de minst
verzorgende (onderhoudsplichtige) ouder een vast bedrag van 5 euro per kind
gerekend. Vanaf 1 april 2013 is in plaats hiervan een zorgkorting mogelijk. Afhankelijk
van de verdeling van de zorgtaken, zijn de zorgkortingspercentages 15, 25 of 35
procent als de kinderen 1, 2 of 3 dagen per week bij de minst verzorgende ouder
verblijven. Voor co-ouderschap, waarbij de zorg gelijk verdeeld is, geldt in
principe ook 35 procent als zorgkorting. Ouders kunnen wel in onderling overleg
een ander percentage afspreken.
Hoe meer de ouder bij wie de kinderen niet zijn ingeschreven
dus voor de kinderen zorgt, hoe hoger de zorgkorting. Alleen als de draagkracht van
beide ouders samen onvoldoende is om de behoefte van de kinderen te betalen, blijft
toepassing van de zorgkorting achterwege.
Twee voorbeelden om dit te verduidelijken:
Stel: de behoefte aan kinderalimentatie voor twee kinderen is berekend op 680 euro per
maand en er is voldoende draagkracht (vader heeft een draagkracht van 530 euro en
moeder 310 euro, de kinderen zijn bij
moeder ingeschreven).
Bij een verblijf van twee dagen per week bij vader bedraagt
de zorgkorting 170 euro (25 procent van 680 euro). De alimentatie van vader aan
moeder bedraagt dan 530 min 170 euro is 360 euro, 180 euro per kind.
Bij een zelfde behoefte, maar een totale draagkracht die
lager is dan de behoefte (stel: vader heeft een draagkracht van 310 euro en
moeder 190 euro, de kinderen zijn nog steeds ingeschreven bij moeder), delen de
ouders het tekort van 180 euro.
Bij vader wordt dit tekort in mindering gebracht op zijn
zorgkorting, dus betaalt hij: 310 euro – (170 – 90 euro) is 230 euro, 115 euro
per kind.
Aanvaardbaarheidstoets
Onder bijzondere omstandigheden kan de rechter volgens de
nieuwe richtlijnen, uitsluitend op uitdrukkelijk verzoek van de
onderhoudsplichtige ouder, een aanvaardbaarheidstoets toepassen. Een (eerste) voorbeeld waarin een beroep op de
aanvaardbaarheidstoets is geslaagd is de
situatie waarin de onderhoudsplichtige ouder schulden uit het huwelijk blijft
doorbetalen (zie Rechtbank Noord-Holland 11 april 2013, gepubliceerd op 6 juni
2013, LJN CA1880 (http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=CA1880). De rechtbank telt de aflossing op bij het draagkrachtloos inkomen (het
inkomen dat de onderhoudsplichtige (vader) voor zijn eigen levensonderhoud
nodig heeft) en het hogere draagkrachtloze inkomen wordt vervolgens in
mindering gebracht op het netto besteedbaar inkomen. Het verschil (de
draagkrachtruimte) bepaalt welk bedrag de onderhoudsplichtige ouder – volgens de
tabel – moet kunnen betalen.
Herberekening nodig?
De nieuwe richtlijn voor het berekenen van de
kinderalimentatie geldt alleen voor alimentatie die na 1 april 2013 wordt
vastgesteld. Voor alimentatiebedragen die voor die datum zijn vastgesteld
verandert er niets, tenzij de alimentatie opnieuw moet worden vastgesteld door een
verandering in de omstandigheden van een van de ouders, zoals werkloosheid, een
verandering van baan of gezinssamenstelling. In die situaties is het nuttig om
een herberekening van de alimentatie volgens de nieuwe normen te vragen.
Mirjam van Baarle-Overes
Advocaat Scheidingsmediator
Collaborative Lawyer
Collaborative Lawyer
De Jonge Advocaten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten